50 Limericks
door Cor Wijnen
Hj draait er zo lustig zijn snorrebot
Vermaakt ook de lastigste knorrepot.
Het levert geen duiten,
Maar hij leeft lekker buiten
En voor't slapen weet hij altijd een lorrekot.
Een lap op bezoek in Terneuzen,
Had uit alle dames de keuze,
Maar hij zocht er de bruid
Van de voddenman uit
Om met haar in een hoekje te neuzen.
Laatst kwam Jantje van Leiden
Op de fiets naar Gouda toe rijden.
Jantje zijn baas
Stuurde hem om kaas
Hij wou de rit naar Edam vermijden.
Een stel oude knakkers in Twente
Voelden zich nog viriel hele venten.
Maar voor een seminar
Op 'n tentoonstelling daar,
Wees men hen toch naar de hoek “expotenten”.
Hij verzamelt postzegels in Twist.
En dat verraadt wat niemand nog wist.
In zijn map alleen mannen
Alle vrouwen verbannen.
Dus een echt Homophilatelist.
Op een dag viel hij in Falaise
Doodop in een longue chaise
Maar vloog op met een gil
Een hand aan zijn bil
En in die bil een punaise.
't Is bekend van een vrouwtje in Atrecht,
Dat ze goede zeden graag aanvecht.
Toch heerst het gevoel,
Begrijp wat ik bedoel,
Te meer ze uit-, des te minder ze aantrekt.
Zij is een sexbom met een lief toetje
En toont zich bij’t vrijen geen doetje
Maar ja, daarvoor boet je.
Ze zit met een moetje
Door een stortbui en een lek regenhoedje.
Een dirigente heeft laatst in Drecht
Een hoboconcert opgelegd.
Maar kon niet verhelen,
Al na een keer spelen,
Het klinkt werkelijk hoboloos slecht.
Een schooljuffrouw laat in west Oss
Haar leerlingen ook op de seks los.
Nee, niet in de klas
Waar de sfeer er niet was,
Maar daar buiten, ginds in het lesbos.
Een gevangene peinst in't gevang
Voor een ding slechts ben ik echt bang
Dat is het moment
Dat mijn straf is ten end.
Want, weet je, ik heb levenslang.
Wil, een transsexueel, liet in Chili
Zich ombouwen tot juffrouw Wily.
Zijn vriend was verrukt,
Zo goed was't gelukt.
Wat nog nooit was gebeurd, nou beviel ie.
Terwijl hij toch veel in zijn mars had
Vond iedereen dat hij iets stars had.
Men hoorde pas later,
Van zijn psychiater,
Dat't de fluit was, die hem zo dwars zat.
"Zeg kind", zei een moeder gewichtig,.
Jij kleedt je gevaarlijk opzichtig.
Kuisheid is heus geen gaav'
Blijf in [s hemelsnaam braaf
En zo niet ben in godsnaam voorzichtig.
Er leeft nu een nijlpaard in Artis,
Dat zoiets als de lokale bard is.
Met een stem die apart is
En gruwelijk hard is
Maar helaas van muziek deel noch part is.
Een zeehond nabij Reimerswaal,
Die neukt per dag zeventien maal.
Naar de reden gevraagd
Zegt het dier onversaagd:
"Ik kan het toch niet manuaal.".
NapelsEen milliardair kocht in Napels,
Zijn vrouwtje bontmantels bij stapels.
Maar hoe hij ook zocht
Iets werd niet verkocht,
Een bontcape van echt hyenapels.
"Gezocht; een kundige secretaresse,
Met ervaring, werklust en accuratesse."
Maar zijn echte interesse?
Hij droomt van souplesse
En een zedendelicatesse.
Een Belg, die uit vrijen in Soest ging,
Vond al snel daar een hele verwoesting.
Pruik, gebit, oog van glas
Plus een kunstboezem was,
Toch niet wat je noemt; "juust zijn goesting".
TroyeEen lansknecht in het paard van Troye
Beschouwt zich reeds als halve dooie.
En al is vechten zijn vak,
Hij maakt op zijn gemak,
Er toch liever maar vijf van de rooie.
Zij deed zich voor als ingénue.
Flanneerde langs de avenue
In quasi decente tenue
Maar met een “bellevue”
Oh, la, la. Verder is zij promisque.
Zij lijkt op een meelzak, volkoren
Dus Eros kon zij niet bekoren
Maar dat andere ventje
Lokt zij uit zijn tentje
Met haar spel op de Oboe d'AMORe
Als het vliegtuig wild door de lucht botst
Door remous in de vlucht op neer hotst.
Krijgt de passagier
Zijn gratis glas bier
Wat hij leegt en spontaan dan weer vol kotst.
Een man die zag het in Gritten,
Met zijn vrouw toch niet meer zo zitten.
Hij blijft bij haar schransen,
(Want koken, dat kan ze)
Maar dan gaat hij wel elders pitten.
De haan van een hoeve in Ede,
Schrijdt rond, fier, voldaan en tevreden.
Want zijn kippentoom
Zingt ingetogen en vroom
Zijn lijflied; "Wilt heden nu treden".
'n Drs in Guadeloupe
Neemt hondepoep onder de loupe.
Hij kent dit artikel
Tot in't kleinste partikel,
Maar ziet nimmer de poupe op de stoupe.
Zij stond naakt, lang, slank, blond op een kruk.
Zij ontbrak nog slechts aan zijn geluk.
Hij stond vollemonds tanden,
Zat met zijn haar om de handen,
Hoe gaf hij ooit lik op dat stuk.
Een sportvisser ving in Groot Mokum
Een paling en dacht; "Kom, ik rook um".
Maar thuis sprak zijn vrouw;
"Toe man, maak het nou,
Vooruit, naar de keuken en kook'um".
Een beetje seks en een beetje gefrunnik,
Geloof me gerust, ja, dat gun ik
Aan iedere man,
Die dat nog kan,
Ook al is hij pastoor of kanunnik.
"Ik hoop"; dacht een boxer in Eelde,
Terwijl zijn vrouwtje zijn vacht zachtjes streelde,
Zijn rug lief beklopte,
Hem lekkers toestopte,
"Op de speelwei waar zij vroeger speelde."
Steeds als zij speelt op haar draailier
Behandelt hij haar als een aaidier.
Zij acht terecht dit onwaardig
Verweert zich stijdvaardig,
Maar 't is vechten tegen de kaaibier.
Een spionne verleidde in Hussen
Een minister, die ondertussen,
Niet enkel zijn gade
Maar ook de natie verraadde
Toen ze neukten op een Jusdaskussen.
Een Walvis trok ietwat ontdaan
Een baantje om Koog aan de Zaan.
Hij was voor een baan
Ooit de Zaan opgegaan.
Maar het rook er zo naar daar naar traan.
In haar huwelijksnacht sist in Vianden
Het bruidje zacht tussen haar tanden:
"Nimmer heb ik geweten.
Dit is drinken èn eten.
Nooit geef ik dit heft meer uit handen."
In het liefdesspel al halverwege.
Stopte hij, dacht haar kuis en gedegen.
Maar zij zei hem; "dwaas,
Ik ben geen jonge kaas,
Eerlijk gezegd, ben ik eerder belegen".
Een onschuldige bruid op Tahiti .
Zei in de ochtendstond na haar initie;
"Wat een intieme sectie
Voor zo'n simp'le connectie
En, oh wat een domme positie."
Een metselaar kreeg op Terschelling
100.000 Stuks steen op bestelling.
"Zonder zand en cement,
Krijg ik die"; zei de vent.
"Waarschijnlijk alleen maar ter telling".
Miss Italy sprak in Medina:
"Ik ben en ik blijf dolle Mina.
Ben naar goed gebruik,
Baas in eigen buik
En zeker ook van mijn vagina.".
Een maatschappelijk werster in Zwept
Heeft over de aard van het werk nooit gerept.
Zij lenigt open en bloot
Sexuele nood
Maar doet het alleen op recept.
De travestiet ziet het zelf echt heel ruim,.
Heeft de problemen nu onder de duim.
Men versleet, zonder kul,
Hem steeds voor Jan Lul,
Maar is nu ook mooi Jeanette Pruim.
De luchtmachtkazerne in Reeuwijk
Is voor 3000 man slechts één plee rijk.
"Het ligt dus voor de hand",
Zei een vliegend sergeant;
"Dat ik steeds uit mijn kist in de zee zeik."
Er was eens een maagdje in Dussen,
Dat volhield: "Ik laat me niet kussen.
Noch de hand, noch de mond."
Maar wat ik hoopgevend vond,
Waarvan ze niet sprak, ondertussen.
Een loer wordt gedraaid door een loeder.
De moer van een vos is zijn moeder.
En broeder is broer,
En voeder is voer,
Maar hoe zit het met hoer en met hoeder?
Een Don Juan in Londonderry
Maakt met zijn tiende vrouw al weer herrie
Ik ben met hem begaan,
Hij heeft nooit verstaan,
Dat't huw'lijk een boot is, geen ferry.
Samen in hun volkstuin in Zagreb
Teelden ze paddenstoelen en hennep.
Maar het leukst was toch hier
Het dolle vertier,
Een klein beetje high, op het zaadbed.
Een heel luie vent kocht in Gravelines
Een apparaat voor elke klus of routine.
Bladblaas-, boor-, zaag-, veeg-, frees-,
Schoenpoets-, kam-, schrijf-, reken-, lees-,
En ‘t luiste...... de naai- machine.
Spiraaltje, de pil, hij vertrouwt je,.
Plus nog een condoom zonder foutje.
En nog gaat het mis,
Zo zie je weer es
Niets beters dan klompen met touwtje.
Een pastor die kon in Terheijden
Nauw'lijks omgang met mannen vermijden.
Niet dat hem dat speet,
Maar hij heeft, zo je weet,
Voor intermenslijk contact liever meiden.
Greetje, een teefje uit Abspoel
Werd verkracht door een rasechte Pittbull,
't Was een Amerikaan,
Die ze niet kon weerstaan,
Achteraf zegt ze: "I'm feeling greetfull."
Een meermin in de zee bij Stavoren.
Die deed het van acht'ren en voren
Om die te bekoren
En tevens te scoren
Moest je tot de meer mannen behoren.
Cor Wijnen ©
Maak jouw eigen website met JouwWeb