50 Limericks
door Cor Wijnen
Een meermin in de zee bij Stavoren.
Die deed het van acht'ren en voren
Om die te bekoren
En tevens te scoren
Moest je tot de meer mannen behoren.
Er was eens een spookvrouw uit Muiden,
Die had wel de klok horen luiden,
Maar wat had ze daar'an
Als geen enk'le spookman
Haar de plaats van de klepel kon duiden
De gevangenen van het fort Alcatras.
Klagen, dat hun bed niet je dat was.
De directie vraagt tijd
En geeft een lekkere meid
Als tijd'lijk remplace van't matras
"Oke"; riep een stier in Santander.
"Ik zit goed, achter mijn oleander.
Geen corrida voor mij,
Laat die eer mij voorbij,
Ik gun heel graag dat "olé" 'n ander".
Een schoonspringer sprong laatst in Rheden
Van de hoge, een half jaar geleden.
Eerst een dubbele schroef,
Toen een keiharde ploef.
Er stond geen spat water beneden.
Een zakenman leeft in Rokanje
Voor vrouwen, gezang en champagne.
Tot een vriend hem belaagt,
Hem verwent en behaagt
En fluistert; "toe schatje verman je".
Voor de huisvrouwenclub van Labrador
Spreekt over seks rond het huis een orator.
Zijn stem, resonerend, sonoor,
Doordringt diep zijn gehoor
En werkt impulsief als vibrator.
Philip, een geflipte, uit Brakke
Liet door de slager zijn piemel afhakken.
Die abnormale
Heeft die penis vermalen
En wil eigen lulkoek gaan bakken
De monnikken in Roosterwolde
Genoten toen men de plannen ontrolde.
Vlak naast hun tent
Kwam een nonnenconvent
Precies dat, wat de Paterswolde.
Lotje een schat van een Schotje
Deed spontaan wel eens wat naast haar potje.
Dan bespeelde dat guitje
Guitig haar kleine fluitje.
En haar vriendin speelde mee, picolotje.
of
Lotje een ondeugend Schotje
Speelt ook met haarzelf soms een potje
Is ze in goede luim
Doet ze dat met haar duim
En giechelt;”Ik ben Duimelotje”.
In het donker onder de dennen
Dacht hij haar aan haar neus te herkennen
En dat werd bevestigd
Toen hij werd gerechtigd
Haar ook onderzijds te verkennen.
Zij waren in het 7-de hemeltje
En lagen er lepel aan lepeltje.
Zij voelde vast
Waarmee hij plast
En hij aan haar borsten en tepeltje.
“Diagnose”; sprak dè arts van de natie
“Regelmatig en meer penetratie.
Want de indicatie
Is uw irritatie
Bij niet nutten van de ovulatie.”
Er was eens een jongen uit Cochem,
Die bevrijde een meisje uit Bochum.
Toen heeft ze gemeld
“Ik ben aangeteld.”
Hij werd vader, tenminste “da doch ‘em”.
De koningin van het land Lombardije
Ging steeds in haar staatsrijtuig vrijen.
Door al dat gerommel
Leek die kar wel een schommel
In zo’n ding kan je dat niet vermij’en.
In Bagdad zei Achmad: “Mamaatje
Ik eet niet graag pap met papaatje.
Jij houdt ook niet van Pap.
Houdt hem steeds voor de lap
En gaat nooit meer voor hem in spagaatje.
Riep een haring geheel overstuur:
“Ik zwom in zee al naar mijn natuur.
Nou zit ik onder de kurk
Om zo’n stomme augurk.
Met een pen door mijn lijf, dat is zuur.”
Kees dacht; “Waardoor zou het wezen,
Het bestaan van miljoenen Chinezen.
Dat is toch uiterst raar,
Want het begon met een paar,
Dat heb ik ooit ergens gelezen”.
Een neushoorn verklaart in Transvaal
Zijn liefde bij voorkeur oraal.
Zijn stem, 't is banaal,
Klinkt ietwat anaal,
Maar bij neushoorns heet dat nou nasaal.
Vrolijk leefde een kerel op Schouwen
Op zijn erf met precies 7 vrouwen.
Hij doopte ze om
Van Maan- tot aan Zon-.
Zo kon hij hun dienstdag onthouwen.
Een maagdje staat al jaren in Düren
Naar de oost'lijke hemel te turen.
Want naar verluidt
Komen je die richting uit
Wel 'ns potente aliens gluren.
Een jonge reu blafte in Oops
(Ogenschijnlijk was het terloops)
“Vertel mij eens even
Waar zijn hier de teven?
En dames, wie-is-ter loops?”
De volkswoede richtte in Dover
Zich op een beruchte struikrover,
Die men in de drukte
zijn kleren afrukte.
Daarbij hield hij niet eens zijn slipover.
‘n Zuster zei tot een broeder; “kom nader.
We zijn hier alleen, al te gader.
Trek uit dat habijt,
‘t Is de hoogste tijd
Voor promotie tot moeder en vader.”
De SM-slagwerkgroep Sneep
Houdt het stiekempjes onder de cape.
(Dat klinkt ietwat net-
Ter dan onder de pet)
Favoriet instrument is er de zweep.
Een jong'ling moest als strafwerk in Heeze.
Uit de Bijbel veertig hoofdstukken lezen.
Hij vond die naderhand
Dermate pikant.
Dat hij dacht; " hoe zou dan de Hoofdbel wel wezen"?
De wijn van Chateau de Brouat
Heeft geen appellation, nooit gehad.
Dat is geen gemis
Het lijkt kattepis
Dus misschien is het echt Eau de chat.
Hoe Spaanser hoe liever in Diever
Het dansen wordt daar steeds excessiever
Flamenco, geklap.
Ja, die meiden zijn rap
En met hun benen steeds provocatiever
Een erg schele smid in Lithauen
Hield de voorhamer klaar in zijn klauwen.
Maar de knecht riep benauwd:
"Als je slaat waar je schouwt,
Moet je zellef je ijzer vasthou'en"
Er staat een oud spookslot in Naarden
Waar, zegt men, naakte geesten rondwaarden.
Als, niet van humor ontbloot,
De graaf het graf weer ontsloot
Waarin hij zijn engerds bewaarde.
Er was eens een boer in Turkije,
Die het moe werd, dat ezeltje rijen.
Hij zocht zich een vrouw
En merkte al gauw;
Het was fijner met háár te vrijen
Een jonge meid ligt ginds in Rhenen.
Halve nachten te zuchten en wenen.
Geen oog doet zij dicht,
Dat arreme wicht,
Van jeuk tussen haar grote tenen.
Een jongen en meisje in Charlois,
Die spelen daar niet echt gevaarloos,
Al een hele tijd
Electriciteit
Hij steker en zij wandcontactdoos.
Een kreng van een meidje uit Rijen.
Behoort op de harp tot de keien.
Onevenaardbaar haar spel'
Maar een Ka blijft ze wel.
Door haar noemt men harpisten harpijen.
Ze kwamen oorspronk'lijk uit Nuenen,
Nu zwom hij naakt in de lagune
En zij vond het fijn
Zijn meermin te zijn
En geen zwembroek? Beslist geen lacune.
Een dienster heeft laatst in Hoboken,
Haar echt met de kelner gebroken.
Haar man, onvoorzien,
Had dat breken gezien,
En nu is haar echt echt gebroken.
Zij lopen daarginds in Margraten
Als tienermodel in de gaten’
Niks vrouw’lijks, niks rond,
Geen borsten, geen kont’,
Niks missen, enkel maar graten.
Twee marinestudenten die dorstten
Te flirten met de gravin Van Nesten tot Horsten.
Maar die kan niet kiezen.
Wil van de twee geen verliezen.
Nu zit ze met twee adelborsten.
Een fat in’t Overijssels Schalkhaar
Is met zijn verzorging nooit klaar.
Kamt zelfs voor het bezoek
Aan’t bordeel om de hoek
Eerst nog zorgvuldig zijn schaamhaar.
Bij een spelletje kaart inTerwind
Heb je je kleren nog aan als’t begint.
Maar het spel heet strippoker.
Die verliest staat voor joker,
Want ook hier geldt; “de aanhouder wint”.
Hoe Franser hoe liever in Diever
Het dansen wordt daar steeds excessiever
Can can, voetgetrap
Ja, die meiden zijn rap
En met hun benen steeds provocatiever
Op bevel van haar pa in Egypje
Licht zij van haar sluier geen tipje
Maar dat blijkt niet zo naar
Ze toont zonder bezwaar,
Ze draagt de sluier, allicht, maar geen slipje.
Ze was een knappe tiener ooit in Bose
Maar lesbisch, dat was toen uit den boze.
Nooit verandert die aard
En inmiddels bejaard,
Ze kleedt zich nog steeds in oudrose.
Een buurvrouwtje vroeg eens in Lei'e
"Rook ook jij elke keer na het vrijen?"
Haar vriendin die liet weten,
Dat, echt waar, niet te weten,
Ze keek dan nooit tussen haar dijen.
In de Pin-up Club in London town
Voelt een heer zich een beetje de clown.
Temidden van mannen
Met doldrieste plannen
Vormt hij, heel alleen, Club Pin-down.
In zijn harlekijnspak sloeg in Looker
Een clown naar een mug met een moker.
Maar in zijn haast
Er elke keer naast
Wat stond me die paljas voor joker.
Waarom? Dacht een kaasboer in Empel,
Vind ik steeds hondepoep hier op mijn drempel.
Ik heb toch geen hond,
Of ligt er overal stront?
Hij keek eens in't rond, en warempel!
Cor Wijnen ©
Maak jouw eigen website met JouwWeb